Geschiedenis van de Westzanerdijk
De eerste bewoning in Zaandam was tussen de elfde en de twaalfde eeuw. Dit Oer-Zaandam heette toen Saenden of Oud-Saenden. Deze nederzetting lag in de buurt van het Hembrugterrein maar werd rond 1150 verlaten vanwege wateroverlast.
Het plangebied was tot de 11de of 12de eeuw een veenmoeras. Vanaf die tijd is het ontgonnen door boeren die sloten groeven om het land te ontwateren en daarmee begaanbaar en geschikt te maken voor akkerbouw en veeteelt. Door het ontwateren daalde het land. Het IJ was in die periode een kleine veenstroom die regenwater vanuit het veengebied tussen het huidige Westzaan, Beverwijk, Haarlem en Amsterdam afvoerde. Door de daling van het land kon het IJ over het land stromen en kalfde steeds meer IJ-oever af. Het IJ werd hierdoor een brede stroom die uiteindelijk, door invloed van de Zuiderzee, veranderde van een zoetwaterrivier in een brede zeearm met eb en vloed. De Westzanerdijk dateert waarschijnlijk uit de 12de of 13de eeuw en is aangelegd om het zeewater, dat via het IJ de Zaanstreek bedreigde, tegen te houden. Regelmatig brak de dijk door en overstroomde het land. Op deze manier zijn de braken ontstaan, kleine meertjes direct achter de dijk. In het plangebied liggen twee braken: De Wiel (achter station Zaandam) en de Braak bij de Gouw (daar waar de Gouw op de Westzanerdijk uitkomt).
In de middeleeuwen waren Westzaan-Zuid en Zaandam rond de dam bewoond. Met de economische opbloei van de Zaanstreek vanaf het midden van de 16de eeuw, breidde deze bewoning en de bijbehorende industrie zich langzaam langs de Westzanerdijk uit. Het westelijk deel van het plangebied raakte op deze manier volgebouwd met molens, pakhuizen en woningen terwijl buitendijks scheepswerven lagen. Het oostelijk deel van het plangebied bleef op het uiterste oostelijke deel na vrij van bebouwing.
Zaandam, kreeg in 1811 stadsrechten, nadat het in hetzelfde jaar ontstond door samenvoeging van de gemeenten Oostsaendam en Westsaendam. Respectievelijk onder bewind van en opgebouwd door Oostzaan en Westzaan.
Tijdens de tweede economische bloeiperiode van de Zaanstreek, vanaf 1850, groeide de bevolking sterk en in het begin van de twintigste eeuw raakte vrijwel het hele plangebied volgebouwd met woningen en bedrijven. De molens en scheepswerven verdwenen door veranderingen in de economie en technologie. In de loop van de twintigste eeuw, vooral vanaf de jaren vijftig, vond grootschalige industriële ontwikkeling plaats in het oostelijk deel van het plangebied
Westzanerdijk
Het deel van de Noorder IJ- en Zeedijk tussen de Hogendijk (spoorlijn) en de Westzaner Overtoom, vroeger ook wel Zeeburg genoemd. Ofschoon schriftelijke gegevens nauwelijks voorhanden zijn, wordt aangenomen dat de Westzanerdijk één der eerst bewoonde gedeelten van Westzaandam was. Het is veilig te veronderstellen dat de dijk rond 1300 ontstond, tegelijk met de Zaan-dam.
De Westzaner Zeedijk wordt voor het eerst genoemd in voorschriften voor onderhoud uit 1346. Door de vele doorbraken verliep deze dijk zeer kronkelig en lag de dijk tamelijk ongunstig ten opzichte van de krachtige zuidwestenwind. Een gedeelte van de dijk werd versterkt met dakpannen (de zogenaamde “pannendijk”). Andere delen waren versterkt met wier met daarvoor geplaatste houten palen. In 1732 bleek dat paalworm al het hout aantastte, zodat besloten werd ook deze dijk te versterken met een aarden talud bedekt met zwerfkeien. Belangrijke nog goed herkenbare dijkdoorbraak is de Groote of Sluisbraak (1717), iets ten oosten van Nauerna. Vanaf Westzaan tot in Zaandam is de dijk bebouwd met woningen: Westzanerdijk is tegenwoordig een gedeelte van Zaandam.
Archeologische waarden
Wat betreft de archeologische waarden moet worden voorkomen dat deze worden aangetast door graafwerkzaamheden. Op 1 september 2007 is de vernieuwde Monumentenwet 1988 van kracht. In deze vernieuwde Monumentenwet 1988 wordt de status van archeologisch belangwekkende gebieden scherper geregeld en worden aan ingrepen in de bodem extra voorwaarden gesteld.
Binnen het plangebied zijn de Westzanerdijk en de Overtoom alsmede de aangrenzende, onbebouwde gebieden en de bebouwde percelen direct aan de dijk, van archeologisch belang. In het archeologische deel van de Cultuurhistorische waardenkaart Zaanstad 2006 staan deze waardevolle elementen als volgt beschreven:
- Westzanerdijk en Overtoom
De Westzanerdijk en de Overtoom vormen samen een oud bewoningslint, mogelijk reeds daterend uit de Late Middeleeuwen. Verwacht kan worden dat resten van laat-middeleeuwse bewoning nog in de bodem aanwezig zijn en is als zodanig van regionaal belang.